![]() |
Typisch Taiwanees eten proberen, zoals hier de stinky tofu. En ja, het stinkt! |
De Pinxi Railway Line |
![]() |
De eerste zonnestralen in Taiwan! |
Wenskokers van bamboe; je vindt ze overal langs de Pinxi Railway Line. |
Al gauw ben ik echter minder blij met dat besluit. Die avond arriveert zoals gepland een vriend van John die zich bij ons aan sluit. We gaan naar een traditioneel theehuis en met een prachtig uitzicht op de baai en ondergaande zon (Yes! Hij blijkt ook in Taiwan te bestaan) geniet ik van de verse thee. De sfeer is echter anders, de vriend van John is zogezegd op zijn zachtst gezegd een bijzondere persoonlijkheid en ik merk hoe ook hij daardoor anders is. Soms merk je gewoon dat je geen klik hebt met iemand en dat jouw waarden en normen enorm verschillen van de ander. Dat kan en mag, maar ik voel me ongemakkelijk bij het idee dat ik nog 3 dagen in dit gezelschap door moet brengen.
De volgende dag brengt de trein ons naar Hualien aan de westkust. Het gevoel van ongemak groeit en drukt steeds zwaarder op me, dus ik besluit na deze nacht zelf verder te reizen. Ik pak een shuttlebus naar het beroemde Taroko National Park en kan niet wachten om de prachtige wandeling die ik uitgestippeld heb te gaan maken. De bus rijdt echter, anders dan omschreven in de Engelstalige folder die ik gevonden had, niet verder dan een bepaalde stop. Ik baal een beetje, maar besluit me er bij neer te leggen en een alternatief te zoeken. Vol frisse moed begin ik aan een tempelroute, om na enige tijd te stuiten op een groot hek en ter aanvulling ‘No go here, rockfall and landslide’. Een heel legitieme reden om een pad te sluiten, al had een Engelstalig bordje aan het begin van de route prettig geweest. Ik sjok weer terug en zie dat ik net op tijd ben voor de shuttlebus die over 10 minuten op deze plek stopt. Na 30 minuten sta ik er nog. Na nog eens 50 minuten ben ik er inmiddels helemaal klaar mee en vraag ik me af waarom de bus tot twee keer toe niet op komt dagen, waarom ik nog steeds langs de kant van de weg sta en nog altijd geen fatsoenlijke wandeling heb gemaakt.
Vol goede moed op weg naar de tempelroute… |
![]() |
Taroko National Park |
![]() |
De trein is een makkelijke en comfortabele manier van reizen in Taiwan en brengt je vooral langs dit soort landschappen. |
Waar ze in Taipei nog redelijk Engels spreken in hotels en op stations, blijkt dat hier in Kaoshiung waar ik de nacht doorbreng voordat ik verder reis niet het geval. Het hotelpersoneel haalt verontschuldigend hun schouders op als ik vraag welke bus ik moet hebben. Ik laat ze met een hoopvolle blik de plaats Kenting in het uiterste zuiden zien en beeld een bus uit. Op een papiertje krabbelt de receptioniste iets voor me neer en ik heb goede hoop dat ik hiermee mijn bus zo gevonden heb. Maar zoals inmiddels gebleken is, gaat niets hier vanzelfsprekend. Op het busstation word ik eerst glazig aangekeken, dan word er verwoed een bepaalde kant op gewezen. Er is niemand die me precies kan vertellen waar ik moet zijn, welk nummer de bus of bushalte heeft en terwijl het zweet inmiddels op mijn voorhoofd staat, ben ik in staat mijn rugzakken demonstratief op de grond te smijten en als een klein kind te stampvoeten totdat ik mijn zin krijg. Ik voel me weer even dat kleine meisje op de Franse camping, dat ’s ochtends met een paar Franc op zak ‘un pain et quatre croissants’ gaat halen, vervolgens niets begrijpt van de ratelende Franse mademoiselle en terug rent naar haar ouders bij de tent. Ik ben echter geen klein meisje meer, maar een volwassen vrouw van 28 die het toch echt zelf op zal moeten lossen hier, al was het alleen al voor het feit dat mijn ouders op ruim 16 uur vliegen afstand zitten en hun Chinees al net zo optimaal is als het mijne.
Ik spot er wat aapjes. |
En duik af en toe een tempel in. |
![]() |
Kenting National Park: uitzicht op de baai |
De volgende dag huur ik een scooter en verken Kenting National Park en de omgeving. Ik vind het heerlijk om weer even op mezelf aangewezen te zijn en lekker op mijn eigen tempo rond te toeren. Ik zie tempels en wilde apen en snoep onderweg van allerlei lokale eettentjes. Het is de eerste dag dat ik echt een beetje kan ontspannen en genieten en hoop dat ik dit gevoel vast kan houden. Dat blijkt goed te lukken als ik de twee daaropvolgende dagen in Tainan ben. Deze stad blijkt een aantal jaar bezet te zijn door de Nederlanders in de VOC-tijd en ik vind het heerlijk om me hierin te verdiepen in de oude forten en het museum. Ook hier gaat overigens niet alles vanzelf; als ik in wil checken bij mijn hotel, sta ik voor een gesloten deur. Het ‘hotel’ blijkt een homestay en de eigenaresse is nergens te bekennen. Ik word door een luxe hotel aan de overkant heel lief geholpen, ik mag gebruik maken van hun lobby en internet en zij proberen haar te bellen. Na twee uur wachten besluit ik dan maar een dure kamer in het hotel te boeken, als er ineens een klein vrouwtje naast me staat en wel honderd keer sorry zegt. Ik ben allang blij dat ik mijn kamer eindelijk in kan en begin inmiddels aan de soms bijzondere gang van zaken hier te wennen. Even later wordt er aan mijn deur geklopt en staat het vrouwtje voor mijn neus met een lokaal toetje en koekjes die ze voor me is wezen kopen. ‘I’m really sorry again!’. Dat maakt mijn dag dan weer helemaal goed!
![]() |
Tianan by night |
Fort Zeelandia |
Na Tainan brengt de bus me naar Puli, een plaats vlakbij het zeer populaire Sun Moon Lake. Ik raak hopeloos verdwaald omdat de locatie van mijn hotel niet klopt op Google Maps. Ik sta ergens in een buitenwijk en nadat ik al drie keer het blok verkend heb, komen steeds meer nieuwsgierige bewoners naar buiten. Druk ratelend in het Chinees proberen ze erachter te komen waar ik heen moet, maar meer dan de kaart en het adres laten zien, kan ik niet. Hoewel er steeds meer buren opgetrommeld worden, kan niemand me vertellen waar ik heen moet. Dan neemt een vrouwtje me bij de arm en gebied me mee te komen. Ik ben even hoopvol dat ze weet waar ik moet zijn, maar blijkbaar probeert ze me ergens onderdak te verschaffen. Als ik duidelijk probeer te maken dat ik al een boeking heb ergens, blijft ze hoopvol naar het huis van de inmiddels gemobiliseerde bewoonster wijzen en een slaapgebaar maken. Mijn redding komt in de vorm van een andere buurvrouw die een beetje Engels spreekt. Ik vraag haar of zij weet waar het hotel is. Ze heeft geen idee, maar ik mag haar mobiel wel even gebruiken om te bellen. Binnen twee minuten staat er een scooter voor mijn neus en in uitstekend Engels vertelt Romana, zoals ze zich voorstelt, dat het adres onvindbaar is op Google Maps. Ik lach, dát was me inmiddels duidelijk. Het hotel blijkt echt op een steenworp afstand van waar ik aan het zoeken was te liggen en terwijl de hele buurt me uitzwaait, ben ik weer blij dat ik mijn slaapplek voor die nacht gevonden heb en dat dit de laatste nieuwe bestemming is.
Met de supersnelle trein ben ik de volgende dag in een uurtje in Taipei en struin daar nog één keer langs wat tempels en straten, eet de verrukkelijkste soup dumplings in 1* Michelinrestaurant Din Tai Fung en laat me met de snelste lift ter wereld naar de 89everdieping van de Taipei 101 Tower brengen. Het is weer bewolkt, dus het uitzicht is beperkt, maar ik vergaap me op deze hoogte alsnog over het uitzicht op de stad en kom tot de conclusie dat het mooi geweest is zo en keer terug naar mijn hotel.
Taiwan. Zonder verwachtingen vertrok ik naar dit onbekende land en vol ervaringen keer ik terug. Anders dan met andere landen, ben ik niet onverdeeld enthousiast over het land, terwijl het heus een hoop te bieden heeft. Voor mij maakten het wisselende weer en afhankelijkheid van het openbaar vervoer het soms lastig om de echte natuurpracht van het land te zien. Een andere grote factor is de communicatie; doordat ik welgeteld drie woorden Chinees spreek (hallo, bedankt, tot ziens) en veel Taiwanezen nauwelijks Engels spreken, was het gewoon heel moeilijk om écht in contact met hen te komen. Ik merk dat dat voor mij, zeker omdat ik alleen reis, toch een belangrijk onderdeel van het reizen is; het meer te weten komen over de lokale gebruiken en cultuur. De mensen zijn echt niet onvriendelijk en in veel gevallen heel behulpzaam, maar op een bepaalde manier soms wat stug en erg op zichzelf gericht. Toch ben ik blij dat ik deze bestemming bezocht heb; ik heb een aantal mooie dingen gezien en gedaan, veel tijd gehad om tot mezelf te komen en ontdekt dat sommige uitdagingen en tegenslagen me weer gesterkt hebben in het alleen reizen. En tot slot heb ik zelfs nog een prachtige sjaal gekocht waar ik spontaan verliefd op werd. Uiteraard Made in Taiwan…